Kerken en kapellen

St.Sebastianuskerk Herpen
De kerk van Herpen is een van de best bewaarde gotische kerken in Brabant Deze kerk heeft St. Sebastianus als eerste patroon of beschermheilige en Hubertus als tweede patroon. Rond 1450 moet de grote toren, die drie geledingen heeft, geplaatst zijn geweest. De kapellen aan de zuidzijde van de kerk dateren uit de 16e en 18e eeuw.

In 1907 werd het middenschip van de kerk verbouwd tot een neogotisch driebeukig schip en op dezelfde hoogte gebracht als het koor uit ca. 1450. Uit 1907 stammen ook de sacristie aan de zuidzijde van de kerk, de Mariakapel en de doopkapel aan weerszijden van de toren evenals de bidkapel aan de noordzijde van de kerk.

Tijdens de restauratie- en uitbreidingswerkzaamheden in 1907, werden in de kerk op de koorgewelven een aantal schilderingen ontdekt. Deze zijn uiterst zeldzaam en vermoedelijk in opdracht van Philips van Kleef en Ravenstein geschilderd. De in 1848 ontdekte doopvont is een monument en stamt waarschijnlijk uit 1230.

Op 4 juli 1898 was er een blikseminslag in de kerk en de toren, waarbij alle planken en leien werden weggeslagen. Alleen het binnenwerk van de toren bleef staan. Ook werden het kerkorgel en enkele staties van de kruisweg beschadigd.

St.Annakapel
De St. Annakapel heeft niet altijd onder deze naam bestaan. In 1520 droeg zij de naam Capella S.Anna in Coelbeeck en werd verder aangeduid als de kapel met 1 altaar. De kapel bezat lange tijd ongeveer 6 ha cultuurgrond, waarvan de pachtopbrengst bestemd was voor de kapel.

In de tweede helft van de 17e eeuw werd de kleine eenbeukige kapel vergroot tot een wat grotere kapel met toren van hoofdzakelijk dezelfde vorm. De 17-eeuwse kapel is op zijn beurt in 1820 vergroot met twee zijbeuken die langs de toren doorliepen. De zijbeuken en het schip werden door een dak gedekt.

In 1530 wordt de kapel al vernoemd vanwege de verering van de H. Anna. Gedurende vele eeuwen is het een bekend bedevaartsoord en in de 17e en 18e eeuw was het de plaats waar katholieke mensen uit Staats-Brabant de heilige mis volgden. In 1854 werd voorgeschreven dat het feest van de H. Anna gevierd zou worden op 26 juli.

In de kapel staat een beeld dat dateert uit 1500, voorstellende St. Anna, moeder Maria en het kindje Jezus, "St. Anna-te-drieën".

Op de Koolwijk wordt het St. Annafeest gevierd op de eerste zondag na 26 juli. Zij is de patroonheilige van de houtdraaiers, borduursters, mijnwerkers, schrijnwerkers. Ook is zij patrones van zwangere vrouwen en voorspraak van onvruchtbare vrouwen. St.Anna werd ook gebruikt in uitdrukkingen voor meisjes die weinig kans meer hadden om te trouwen, vandaar ook het kleine versje dat op de Koolwijk werd uitgesproken : "moeder Anneke, geef me een manneke".

St. Antoniuskapel en St. Antonius Abtkerk Overlangel
Deze kapel werd in 1814 vervangen door een nieuwe en grotere kapel en bezat een altaar, twee rijen banken en een orgel. Overlangel werd in 1854 een eigen parochie en daarmee onafhankelijk van de moederkerk in Herpen. De huidige neogotische kerk in Overlangel werd op de plaats van de kapel gebouwd. Het is een opmerkelijke kerk met een toren die geen ingang heeft aan de westkant en die is voorzien van een zeldzame opengewerkte gietijzeren spits. Op 20 maart 1854 werd de eerste steen voor de kerk gelegd en op 6 september 1854 werd de kerk geconsacreerd door Mgr. Zwijsen. In de loop der jaren is de kerk verder verfraaid: in 1858 wordt het orgel geplaatst, in 1894 worden verschillende beelden geplaatst en in 1895 wordt het altaar geplaatst. In 1920 werd de kerktoren gerestaureerd en in 1926 werd een nieuw torenuurwerk geplaatst.